Aan de rand van Zuidoost Friesland, vind je het dorpje Noordwolde. Daar is het Nationaal Vlechtmuseum gehuisvest in de voormalige Rijks Rietvlechtschool.
Vlechtwerk is momenteel helemaal hip. Zo'n honderd jaar geleden was dat het ook. Arme gezinnen uit de koloniën van Weldadigheid konden met het vlechten van manden en stoelen in hun levensonderhoud voorzien.
Lees hier het artikel dat DIY blogger Wimke schreef over rotan meubelen.
Mocht je (nog) niet naar het museum kunnen komen voor een workshop, dan kun je thuis alvast aan de slag!
Maak een wandeling van 16 kilometer vanaf het museum door Noordwolde en omgeving. Over verharde weg en zandpaden.
Vlechtmuseum Noordwolde oude foto
© WimkeOp een gegeven moment was het gebeurd met de turfwining, er kwamen andere brandstoffen voor in de plaats. De arme bevolking had nu geen werk meer. De dominee van het dorp bedacht dat gezinnen manden konden gaan vlechten, later hielp hij met de opstart van de stoelenproductie. Rond 1897 werden er jaarlijks al 100.000 stoelen geproduceerd in Noordwolde!
Weet je nog? Het TV programma De Stoel van Rik Felderhof? Hij reisde stad en land af met een rieten stoel waarin hij bijzondere mensen interviewde. Deze stoel is te zien in het museum van Noordwolde.
Vlechtmuseum Noordwolde riet
© WimkeDe vlechtindustrie in Noordwolde begon met wilgenteen als vlechtmateriaal, ook wel riet genoemd. Je kunt het geschild, ongeschild of zelfs gekookt gebruiken.
Vanaf 1900 werd er ook met rotan gewerkt, het was afkomstig van lianen uit Nederlands-Indië. Rotan werd in Noordwolde vooral voor de fabricage van stoelen gebruikt.
Ook stoelen van bekende ontwerpers zijn te bekijken in Noordwolde. Denk aan Dirk van Sliedregt die de favoriete stoel van Wimke ontwiep, Jan des Bouvrie en industrieel ontwerper Marcel Wanders.