Er zijn 291 locaties gevonden voor "Visa compra de conta ⇢ acc6.top"
Locaties
289 t/m 291 van 291 resultaten
-
Hinderlaag bij Oldeholtpade
Hinderlaag bij Oldeholtpade
Op 12 april viel de brug over de Tjonger in Mildam in handen van het verkenningsregiment de Royal Canadian Dragoons. Omdat de bezetter heel veel andere bruggen hadden opgeblazen, hechtten de Canadezen er veel waarde aan om deze brug ook te behouden voor de oversteek van andere Canadese eenheden. Daarom werden er die dag tientallen pantserwagens, mobiel artilleriegeschut en tal van andere voertuigen naar Mildam gezonden om het bruggenhoofd over de Tjonger te versterken.
In één van die pantserwagens, een Staghound zat de 24-jarige Trooper Wilfred Robert George Berry uit Ontario. De jonge Canadees had zich vrijwillig voor militaire inzet in Europa aangemeld. En had met de Royal Canadian Dragoons al in Italië gevochten. Eind februari 1945 werden zij overgeplaatst naar Noordwest-Europa.
Voor Berry eindigde de oorlog in Friesland. In Oldeholtpade, op de weg naar Wolvega reed zijn voertuig samen met tenminste nog één andere Staghound in een hinderlaag. In de nabijheid van een met pech gestrande Duitse auto hadden zich Duitse militairen schuilgehouden met Panzerfäuste. De Panzerfaust was een zeer krachtig en eenvoudig te bedienen antitankwapen. Het eerste schot miste, maar het tweede projectiel raakte de voorste Staghound vol in de zijkant waar op dat moment de chauffeur Wilfred Berry zat.2 De Staghound raakte van de weg en kantelde. De drie andere bemanningsleden raakten gewond, maar konden het voertuig verlaten en zochten dekking bij de tweede Staghound. Een van hen verklaarde hierover:
“[…]Flames burst through the turret, where the officer and I were half in and half out of the hatches. Any skin surface not covered was burned and the flames badly singed our eyebrows, eyelashes, moustaches and hands, sending me and the officer both wounded to the field hospital.”3
Direct nadat de eerste Staghound geraakt werd, had de tweede Staghound het vuur op de Duitsers geopend. Wilfred Berry bleef zwaargewond in het voertuig achter. Nadat er ongeveer een kwartier over en weer geschoten was, trokken de andere Staghounds zich terug richting Oldeberkoop. Wat daarvoor precies de reden was, blijft onduidelijk. Berry was al stervende en is toen het schieten gestopt was in het voertuig nog kort verzorgd door de bejaarde Andriesje Dekker-Oosterhof. Het drama had zich pal voor haar huis voltrokken. Kort daarna overleed hij in het wrak.
Het stoffelijk overschot van Berry werd uiteindelijk naar de boerderij op “De Bult” in Oldeberkoop overgebracht en aldaar begraven. Na de oorlog zou hij worden herbegraven op de Canadese oorlogsbegraafplaats in Holten. De andere bemanningsleden konden uiteindelijk na een medische behandeling weer terug naar hun eenheid. De commandant had alleen brandwonden in zijn gezicht.
De gebeurtenis maakte een diepe indruk op de inwoners van Oldeholtpade. In 1945 nog werd een monument voor Berry opgericht. En in 1965 werd een straat naar hem vernoemd.
-
De bevrijding van Friesland 2
De bevrijding van Friesland 2
Op 18 april was de hele provincie Friesland met uitzondering van de Waddeneilanden bevrijd. In vergelijking met andere provincies werd er in Friesland weinig gevochten. Over het algemeen waren de paar duizend Duitse troepen, die Friesland niet hadden kunnen ontvluchten, door de Canadezen relatief snel verslagen.
De commandant van de Royal Canadian Dragoons, Lieutenant Colonel Landell, prees de acties van het verzet door te stellen ´Friesland liberated herself´. Hoewel dat wellicht wat overtrokken was, versnelden de acties van het Friese verzet zonder meer de bevrijding. En het beperkte het aantal slachtoffers aan geallieerde kant.
Bij confrontaties met Duitse troepen en hun Nederlandse handlangers verloren zeker 31 verzetsmensen hun leven. Aan geallieerde kant sneuvelden tenminste elf Canadezen en één Fransman. Bij de gevechten en beschietingen vielen ook tientallen burgerslachtoffers. Het aantal slachtoffers aan Duitse kant is niet bekend, maar vermoedelijk liep dat aantal in de honderden. Met 320 vernielde en 4000 beschadigde woningen en 80 vernielde bruggen was Friesland materieel de minst beschadigde provincie van Nederland.
Veel Duitse militairen maakten zich uit de voeten in de richting van het westen van het land. Harlingen, Makkum en Lemmer werden verzamelplaatsen voor zich terugtrekkende Duitse troepen. Van daaruit probeerden ze per boot over het IJsselmeer of via de Afsluitdijk richting Noord-Holland te ontkomen. Ook de Waddeneilanden werden een toevluchtsoord voor collaborateurs en Duitse militairen. Hier liet de bevrijding langer op zich wachten.
Op Terschelling werden de laatste Duitse troepen op 29 mei ontwapend door een Brits artillerieregiment. Twee dagen later staken de Britten van Terschelling over naar Vlieland en was ook de bevrijding van dat eiland een feit. Ameland was op 3 juni bevrijd.
Op Schiermonnikoog had het personeel van het beruchte Scholtenhuis, het SD-hoofdkwartier in Groningen, zich gevestigd. Na hun vertrek op 31 mei vierde het eiland feest, ondanks de zeshonderd nog aanwezige bezettingstroepen. Pas op 11 juni vertrokken de laatste Duitse militairen van Schiermonnikoog en was Friesland helemaal vrij.
De meeste Canadese eenheden die Friesland hadden bevrijd, zetten na 18 april de strijd voort in Groningen en Noord-Duitsland. Hun oorlog eindigde op 8 mei 1945 toen de overgave van alle Duitse strijdkrachten van kracht werd.
-
De bevrijding van Friesland 1
De bevrijding van Friesland 1
Nadat de geallieerde luchtlandingstroepen in september 1944 bij Arnhem waren verslagen duurde het nog tot maart 1945 voordat de geallieerden weer in het offensief gingen. Daarna ging het echter snel. De Duitse troepen in Gelderland en Overijssel waren ernstig verzwakt en de overmacht was groot. Gesteund door een effectief Fries verzet werd Friesland uiteindelijk in een hoog tempo bevrijd.
Begin april werd duidelijk dat de bevrijding van Friesland nabij was. Hoewel de provincie niet zoals andere delen van Nederland te kampen had gehad met een echte Hongerwinter, waren er wel grote tekorten aan bijna alles. En de terreur van de bezetter werd almaar groter. Hierdoor werd ook het verzet tegen de bezetter steeds sterker. De strijd tussen beide was begin 1945 harder dan ooit tevoren.
In Friesland waren de zogenoemde Knokploegen (KP) verantwoordelijk voor de meeste verzetsdaden. Maar er waren ook andere groepen. Op bevel van de Nederlandse regering in Londen werden al deze groepen samengevoegd in de Nederlandse Binnenlandse Strijdkrachten (N.B.S.). In Friesland gebeurde dit op 12 december 1944.
Met de N.B.S., in de volksmond aangeduid als de BS, kreeg het gewapende verzet een organisatie met een duidelijke structuur. Het was de bedoeling dat de N.B.S. ook een rol zou spelen bij de aanstaande bevrijding. Daartoe werden verzetsgroepen vanaf het najaar van 1944 voorzien van wapens. Deze werden vanuit de lucht gedropt. Op 8 april zond Radio Oranje de boodschap ‘De fles is leeg’ uit. Dit was het sein voor de NBS om 36 uur later te beginnen met de uitvoer van sabotageacties. Het doel was om het de Duitsers zo moeilijk mogelijk te maken om zich te verweren tegen de naderende geallieerde troepen.Dat deed het verzet door bruggen en spoorwegen onklaar te maken, vaarwegen te blokkeren en wegen te versperren. De reactie van de bezetter was meedogenloos. Als represaille werden op verschillende momenten en plekken nog tientallen gevangenen gefusilleerd.
Toen de Canadezen op 12 april Friesland eenmaal waren binnengetrokken werden zij uiterst effectief ondersteund door het Friese verzet. Doordat het uitstekend georganiseerd was kon het de Canadezen helpen om belangrijke bruggen in handen te krijgen, beschadigde bruggen te repareren en te adviseren over de meest gunstige route.
Op 18 april was de hele provincie met uitzondering van de Waddeneilanden bevrijd (deze werden eind mei en in juni bevrijd). In vergelijking met andere provincies is er in Friesland weinig gevochten. Over het algemeen werden de paar duizend Duitse troepen, die Friesland niet hadden kunnen ontvluchten, door de Canadezen relatief snel verslagen.
De commandant van de Royal Canadian Dragoons, Lieutenant Colonel Landell, prees de acties van het verzet door te stellen ´Friesland liberated herself´. Hoewel dat wellicht wat overtrokken is, hebben de acties van het Friese verzet zonder meer de bevrijding versneld. En het aantal slachtoffers aan geallieerde kant verminderd.
Bij confrontaties met Duitse troepen en hun Nederlandse handlangers verloren zeker 31 verzetsmensen hun leven. Aan geallieerde kant sneuvelden tenminste elf Canadezen en één Fransman. Bij de gevechten en beschietingen vielen ook tientallen burgerslachtoffers. Het aantal slachtoffers aan Duitse kant is niet bekend, maar vermoedelijk liep dat aantal in de honderden. Met 320 vernielde en 4000 beschadigde woningen en 80 vernielde bruggen was Friesland materieel de minst beschadigde provincie van Nederland.